Skip to main content

Infrastructuur

Verkeersmanagement beperkt files

donderdag 08 februari 2007

Gepubliceerd in Bouwdienst Magazine 

Automobilisten krijgen op de snelweg steeds meer informatie voorgeschoteld.

Zagen ze voorheen alleen de bekende blauwe verkeersborden, tegenwoordig moeten ze ook letten op elektronische aanwijzingen over de maximum snelheid, wegafkruisingen, toeritdoseringen en de boodschappen op de Dynamische Route Informatie Panelen (DRIP’s). Doel van deze verkeersbeheersingssystemen is om het verkeer in goede banen te leiden en daarmee het  fileprobleem deels op te lossen. Beheersing van het verkeer -zo bleek tijdens een onderzoek van Rijkswaterstaat in het begin van de jaren ‘80- is een goede methode om ervoor te zorgen dat het wegennet beter wordt benut. Het draagt tevens bij aan de veiligheid op de weg.

Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de verkeerssituatie op de Nederlandse snelwegen, is een uitgebreid netwerk van meetlussen in het wegdek aangebracht. Deze lussen seinen de gegevens door naar de verkeerscentrales van Rijkswaterstaat, die op hun beurt de informatie omzetten in adequate verkeersinformatie voor de automobilist. Onder andere Ben Harbers en Hans Hendriks zijn namens de Bouwdienst betrokken bij de aanleg van signaleringssystemen en vijf nieuwe regionale verkeerscentrales. Zij geven hun visie op de relatie tussen centrale bewaking, verkeerssignalering en capaciteitsverbetering.

Ben Harbers, hoofd van de afdeling Installatietechniek bij de Bouwdienst: ‘Als wegbeheerder moet je automobilisten enigszins bijsturen om files te voorkomen. Vroeger gaven we vrijblijvende adviezen, maar tegenwoordig zijn de snelheden die op matrixborden boven de snelweg worden aangegeven verplicht. Het is een misstand om te denken dat het adviessnelheden zijn. Weggebruikers kunnen ze niet negeren.' Hans Hendriks, hoofd van de hoofdafdeling Natte Infrastructuur merkt op dat, mits de verkeersinformatie correct is en actueel, mensen ook sneller uit eigen beweging de aanwijzingen zullen opvolgen. Niemand wil immers in de file staan.’

Rol van de Bouwdienst 

Om weggebruikers van goede informatie te voorzien, zijn adequate gegevens nodig. In de afgelopen zes jaar zijn Harbers en Hendriks betrokken geweest bij de aanleg van pakweg duizend kilometer verkeerssignalering in Nederland. De Bouwdienst zorgde voor het ontwerp en werkte daarbij nauw samen met de Adviesdienst Verkeer en Vervoer en de Meetkundige Dienst. Dit zijn net als de Bouwdienst specialistische diensten van Rijskwaterstaat. Ook de regionale RWS-directies zijn in dit samenpel betrokken. De Bouwdienst is op grond van zijn expertise ingeschakeld en neemt niet alleen de aanleg van signaleringssystemen voor zijn rekening, maar ook de bouw van verkeerscentrales.

Wegenbouwers brengen bij de aanleg om de 750 meter elektronische meetlussen aan in het wegdek. Deze detectoren meten de intensiteit en de snelheid van het verkeer en seinen de gegevens door naar de verkeerscentrales van Rijkswaterstaat. Harbers: ‘Als een auto stilstaat op een lus of deze met lage snelheid passeert, wordt deze informatie doorgegeven aan een detectorstation. Vervolgens gaan de gegevens naar een onderstation dat een aantal elektronische borden boven de weg in werking stelt. Voor automobilisten verschijnt direct een maximumsnelheid in beeld.’

Verkeersbeheersing vindt deels automatisch, deels handmatig plaats. In de regionale verkeerscentrale De Wijde Blik in Velsen-Zuid houden de medewerkers de toestand op de weg rond Schiphol en Haarlem 24 uur per dag nauwlettend in de gaten. Op grote videowalls zien ze waar de knelpunten zijn en wat de beste alternatieve routes zijn om de files te verminderen. Bij werk in uitvoering of calamiteiten kunnen de operators een wegvak 'afkruisen', zodat het verkeer vroegtijdig wordt geïnformeerd. Ook geven ze steeds vaker alternatieve routes of informatie over de reistijd door via DRIP’s, de zwarte infromatiepanelen boven de rijbaan.

De Wijde Blik is de eerste grote regionale verkeerscentrale van Nederland. Er komen in 2004 nog vier bij. Samen houden die alle belangrijke plekken op de nationale wegenkaart in de gaten. De regionale centrales nemen een belangrijk deel van de taken over van 'lokale'stations. Bij kunstwerken zoals de oudere tunnels werd de camerabewaking vanuit het bijbehorende dienstgebouw geregeld. De regionale centrales geven een veel completer beeld van de toestand op de weg. Harbers: "‘Neem de provincie Noord-Holland. Tussen Alkmaar en Amsterdam liggen heel veel objecten zoals wisselstroken, spitsstroken, bruggen en tunnels. Als zich verkeersproblemen voordoen, kunnen regionale medewerkers snel en efficiënt ingrijpen. We kiezen met opzet niet voor één grote landelijke centrale, omdat medewerkers in de regio de eigen omgeving het beste kennen.’

Calamiteiten

De tweede regionale centrale is momenteel in aanbouw bij knoopunt Oudenrijn nabij Utrecht. Die centrale is naar verwachting volgend jaar klaar. De overige regionale verkeerscentrales komen in Wolfheze en Geldrop. Voor Zuid-Holland staat de vestigingsplaats nog niet vast. Alle centrales worden uitgerust met dezelfde technieken. Hendriks: 'De ene centrale kan hierdoor -in geval van nood- de functie overnemen van de andere. daar komt bij dat nieuwe techniekn nie meer in elke centrale afzonderlijk uitgeprobeerd hoeven te worden. Eind jauari is in delft een gloedniuwe test- en referentiecentrale opgeleverd, TORO (Testomgeving en referentieomgeving) genaamd.'

Bij grote calamiteiten krijgen de regionale centrales in de toekomst hulp van de nieuwe landelijke centrale, Het Traffic Information Center. Het TIC wordt bij de regionale centrale op Oudenrijn gehuisvest. Harbers: ‘Een aantal jaren geleden liep rond de jaarwisseling vanwege gladheid het verkeer in heel Nederland vast. Bij soortgelijke situaties zal de landelijke centrale niet zelf ingrijpen, maar slechts een coördinerende taak vervullen. Landelijke medewerkers zullen hun collega’s op regionaal niveau instrueren. Zij nemen vervolgens passende maatregelen.’

Het TIC zal allee infromatie uir de regionale centrales verzamelen en hier actuele verkeersinformatie van maken. Nadat de informatie is ingewonnen, verstuurt het TIC de bewerkte gegevens naar organisaties als ANWB en internetproviders. Zij zorgen ervoor dat up-to-date file-informatie op de radio wordt uitgezonden en op Internet is te vinden. 

Meer capaciteit 

Hendriks is tevreden over het effect van verkeerssignalering. ‘De systemen leiden tot capaciteitsverbetering. De weg kan per uur meer auto’s verstouwen, bijvoorbeeld door spitstroken open te stellen. Wonderen moet je echter niet verwachten. Verkeersignalering zal niet alle files oplossen.’ Harbers benadrukt dat ook de verkeersveiligheid enorm toeneemt. ‘Dankzij tijdige meldingen zijn gevaarlijke kopstaartbotsingen te voorkomen. Op het moment dat een auto stilstaat, tonen de signaalgevers boven de weg een kilometer daarvoor een bepaalde snelheid en knipperen de oranje lichten. Automobilisten kunnen hierdoor tijdig hun snelheid verlagen. Dankzij de informatie kunnen ze bovendien alternatieve routes kiezen, zodat files kleiner worden.’

Weggebruikers kunnen in de toekomt nog meer verwachten. Bij knooppunten rondom de grote steden zal steeds meer informatie verschijnen op de route-informatiepanelen. Op termijn nemen die mogelijk de vorm van elekronische landkaarten aan. Route-navigatiesystemen zullen verder ontwikkeld worden. Zelfs via de mobiele telefoon kan gerichte informatie binnenkomen. Of het zover komt hangt ook af van het bedrijfsleven, vertelt Hendriks: ‘Nieuwe systemen kosten veel geld en de ontwikkeling daarvan zal de overheid voor een groot deel aan het bedrijsleven overlaten. Als ondernemers brood zien in nieuwe informatievoorzieningen, zal deze zogenaamde voertuig-walcommunicatie langzaam maar zeker worden ingevoerd.’

Duidelijke presentatie 

Een goede, heldere presentatie van de verkeersinformatie is essentieel. Harbers: ‘Als iemand met een snelheid van 100 kilometer per uur aankomt rijden, kan hij maar een beperkte hoeveelheid informatie opnemen. Geroutineerde weggebruikers hoeven natuurlijk niet alles meer te lezen. Zelf kijk ik naar een vast punt op een DRIP, zodat ik in één oogopslag het woordje file en de bijbehorende afstand zie staan. Maar als te veel gegevens in beeld verschijnen, ontstaat het tegenovergestelde effect en gaan mensen boven op hun rem staan. Dat moeten we voorkomen.’


door Jessica de Jong