Skip to main content

Telecom

De veranderende rol van de telefoon

vrijdag 09 februari 2007

De veranderende rol van de telefoon

Van deftige toestellen tot kitsch- en designtelefoons, autotelefoons en mobieltjes: de tentoonstelling “We bellen” in het Museum voor Communicatie in Den Haag toont de hoogtepunten uit de geschiedenis van de telefoon.

In drie periodes worden typerende reclamecampagnes, geluidsfragmenten, quotes uit gesprekken en foto’s getoond. De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door KPN.

In de begintijd was telefoneren nog een hele klus. Als je wilde bellen moest je eerst aan een slinger draaien aan de zijkant van het toestel. Vervolgens werd je doorverbonden met de telefoniste in de centrale. Zij verbond je vervolgens door met degene die je wilde spreken. Voor de ontvangst moest je nogmaals aan de slinger draaien. Op de tentoonstelling We Bellen in het Museum voor Communicatie te Den Haag herinneren diverse oude tafelmodellen aan die vervlogen tijd.

Neem bijvoorbeeld de Berliner uit 1890. Bovenop de houten kast zijn de spreektrechter en de bellen gemonteerd. Aan de rechterzijde is een handgenerator bevestigd; aan de linkerkant bevindt zich de telefoon van Bakeliet. Het toestel was in gebruik bij de  Marinewerf in Amsterdam. Bijzonder is eveneens een Ericsson uit 1910. De metalen kast bevat een bruin houtmotief met het gemeentewapen van Rotterdam. Aan de linkerzijde bevindt zich een meeluistertelefoon.

Zeer gebruikelijk in de negentiende eeuw zijn de zogenaamde wandtoestellen. In het museum staat onder meer een Bell-Blake telefoontoestel uit 1880 van Bell Telephone Company. De op een houten plank gemonteerde kast bevat de telefooncentrale voor de stroomvoorziening naar de centrale. De wandtelefoon werd gebruikt voor korte gesprekken voor een noodgeval, een zakengesprek of een bestelling bij een slagerij. Tot aan 1920 gebruikten alleen rijke families, bedrijven en de overheid een telefoon. Telefoneren gebeurde staande.
 
Kiesschijf
Museumbezoekers die willen weten hoe de telefoon zich ontwikkelt moeten doorlopen naar het volgende tijdsvak. Op tekstborden staat uitgelegd hoe de ambachtelijk gepoetste telefoons rond 1920 plaatsmaken voor industrieëel gefabriceerde toestellen. Er staan diverse toestellen met kiesschijf uitgestald zoals een toestel van Siemens & Halske uit Duitsland. De zwarte telefoon heeft een zilverkleurige metalen kiesschijf met logo van de fabrikant. De telefoonhoorn is van bakeliet en de cijfers 0 tm 9 staan in reliëf.
Vanaf de jaren zestig wordt de telefoon een gezellig gebruiksvoorwerp voor iedereen. De komende decennia is de door de PTT geïntroduceerde T65 het standaardtoestel van miljoenen Nederlanders. Vanaf 1972 zijn er ook gekleurde versies te koop. Dit past goed in de hippe jaren zeventig en de individualistische jaren tachtig. Ook zijn tientallen speelgoedtelefoons voor kinderen te zien.
Het laatste deel van de tentoonstelling draait om de mobiele telefoon. Rond 1990 komt de draadloze huistelefoon op de markt. De Carvox 2453, ookwel koelkast of baksteen genoemd, lijkt in niets op het huidige mobieltje. Het toestel is groot, weegt enige kilo’s en is duur. Omgerekend betalen we in 1990 voor een autotelefoon ruim € 2200,- Een echt mobiel toestel kost zelfs € 4000,-.
Met de eerste mobiele toestellen praten we via het mobilofoonnet. Een radioverbinding vervangt het snoer tussen hoorn en basis. Het basisstation is via een gewone telefoonaansluiting verbonden met het openbare telefoonnet. Vanaf 1980 bellen we via het autotelefoonnet. In 1994 wordt het gsm-netwerk geïntroduceerd. Al snel volgt een prijzenslag tussen de mobiele telefoonaanbieders en gaan we massaal mobiel bellen.
Het is onvoorstelbaar om te zien hoe snel mobiele telefoons veranderen. De KPN GSM telefoon ‘Pocketline Swing’ uit 1995 is bijvoorbeeld nog erg groot vergeleken met de huidige mobieltjes. Het toestel heeft een rode kunsstof behuizing met uitschuifbare antenne, inclusief kapje voor over het toetsenbord. Zelfs de Nokia toestellen met gekleurde frontjes uit 2000 doen ouderwets aan. 
Als in 1997 de prepaid kaart op de markt komt, is het mobieltje ook voor jongeren bereikbaar. Verschillende aanbieders ontdekken al snel de jongerenmarkt. Jongeren gebruiken hun mobieltje meer als lifestyle accessoire dan als functioneel apparaat. De vormgeving past zich aan. Er komen ook mobiele telefoons voor andere doelgroepen als vrouwen, senioren, kinderen en moslims. Volgens het museum belooft dit veel veel goeds: het mobieltje is binnenkort ook geschikt als huissleutel, zak-tv, digitale portemonnee, afstandsbediening, cv-ketel en magnetron. 
De tentoonstelling We Bellen duurt tot en met 31 december 2006. Voor meer informatie: zie www.muscom.nl

door Jessica de Jong