Skip to main content

Ondernemersschap

Biotechnologie in bedrijf

vrijdag 09 februari 2007

Gepubliceerd in Info Regio 

BIOTECHNOLOGIE IN BEDRIJF

Amsterdamse biotechneuten moeten hun ondernemersbloed sneller laten stromen. Hun wetenschappelijke vondsten kunnen ze binnenkort op de markt brengen vanuit hun nieuwe onderkomen in de Watergraafsmeer.

Biotechbedrijven kunnnen vanaf volgend jaar hun intrek nemen in een gloednieuw gebouw met laboratoriumruimtes in het Sciencepark in de Watergraafsmeer. Het wetenschapspark staat nu vooral bekend als het kloppende hart van de ICT-sector. Biotechnologie moet de tweede peiler worden. Maximaal vijftien biotechbedrijven kunnen zich vestigen in het nieuwe biocentrum dat verrijst tegenover de biologiefaculteit van de Universiteit van Amsterdam. De voorbereidingen zijn reeds in volle gang. Het zand op de bouwlokatie is opgespoten. Volgende maand gaat de eerste paal de grond in.

Biotechnologen zijn wetenschappers die nieuwe medicijnen en behandelingsmethodes ontwikkelen op het gebied van gezondheid. Ook houden ze zich bezig met onderzoek naar betere technologiën in de landbouw en de visserij. Nationale en lokale overheden stimuleren biotechneuten om hun wetenschappelijke kennis te commercialiseren. Minister Annemarie Jorritsma van Economische zaken stelde in november 2000 zelfs honderd miljoen gulden beschikbaar voor deze jonge bedrijstak. “In tijden dat het slechter gaat met de economie is het van belang om naast de toeristische, industriële en financiële sector ook nog andere peilers te hebben,” zegt persvoorlichter van de gemeente Amsterdam Machteld Rietveld. “Bedrijven in de informatietechnologie en biotechnologie scheppen nieuwe banen en dat is goed voor de werkgelegenheid.”

De hoofdstad loopt tot nog toe achter bij andere steden in Nederland. In Leiden, Delft en Groningen zijn al vele biobedrijfjes opgericht. Met het nieuwe biocenter in de Watergraafsmeer moet deze achterstand ingehaald worden. Ook worden er andere activiteiten georganiseerd om de wetenschappers uit hun tent te lokken. Het Sciencepark zal een platform voor de ‘levenswetenschappen’ oprichten dat activiteiten organiseert op het gebied van scholing, netwerkvorming en promotie. Het park beheert tevens een landelijk fonds van 25 miljoen gulden dat risicokapitaal gaat verschaffen aan starters. Bij de Vrije Universiteit kunnen studenten een cursus bedrijfsmanagement volgen of een bedrijfsstage lopen. De Universiteit van Amsterdam stelt kapitaal beschikbaar voor starters met een goed bedrijfsplan. “Er was tot voor kort weinig animo voor een eigen bedrijf”, zegt een woordvoerder van de Universiteit van Amsterdam. “Veel wetenschappers zaten gebeiteld en wilden geen risico’s nemen. Het ontbrak hen bovendien aan goede faciliteiten.”

De eerste acht kandidaten hebben zich reeds aangemeld voor het nieuwe bedrijfsgebouw. Eén van hen is Tanex, een Amerikaans bedrijf dat nieuwe geneesmiddelen ontwikkeld op het gebied van het mensenlijke afweersysteem. “We zullen een catalystor zijn voor startende bedrijfjes, waarmee we graag willen samenwerken”, zegt directeur Mark de Boer.  “Voor het einde van het jaar brengt Tanex haar eerste produkt op de markt. Het bedrijf verwacht winstgevend te zijn vanaf volgend jaar.” Ook het kleinere Mitox wil zijn intrek nemen in het nieuwe gebouw. Het bedrijfje telt twaalf medewerkers van wie een aantal net is afgestudeerd. De wetenschappers onderzoeken welke effecten bepaalde agrarische bestrijdingsmiddelen hebben op ‘onschuldige’ insecten zoals lieveheersbeestjes, sluipwespen en wolfspinnen. “Op de nieuwe lokatie kunnen wij onze activiteiten beter bundelen. Ook bestaat de mogelijkheid dat we in organisatorisch opzicht gaan samenwerken met andere bedrijven,”zegt directeur Frank Bakker.

Bij het opzetten van een biotechbedrijf komt veel kijken. Er gaan jaren van studie aan vooraf voordat een goed idee is uitgewerkt tot een heilzaam produkt dat eveneens geschikt is bevonden voor de markt. Daar komt bij dat de plannen van biotechnologen voor investeerders moeilijk te begrijpen zijn. “Het is een illusie om te denken dat biobedrijfjes onder leiding zullen staan van jonge afgestudeerde onderzoekers zoals in de ICT-branche,” meent De Boer van Tanex. “Alleen professoren met jaren ervaring in de wetenschap of bij een bedrijf kunnen zo’n stap zetten.” Directeur van het Sciencepark Lex de Lange beaamt dat Nederlandse starters een stuk ouder (meestal 35 jaar) zijn dan de Amerikaanse (21 jaar), maar hij wijt dat eerder aan een cultuurverschil. “De gemiddelde Amerikaan krijgt de ondernemersgeest met de paplepel ingegoten. Een Nederlander kijkt liever eerst de kat uit de boom.”

Tekst: Jessica de Jong.